fbpx

Streets of Rage 4 is een kickass vervolg geworden

Streets of Rage 4

Ik groeide op in een tijd waarin je moest kiezen tussen een Mega Drive of een Super Nintendo. Ik koos de eerste omdat games op de Mega Drive gewoon cooler waren. Terwijl vriendjes op schildpadden aan het springen waren met Super Mario, fileerde ik pixelwolven in Shinobi, sloeg ik snelheidsduivels met een ketting van hun tweewieler in Road Rash en onthoofdde ik mijn tegenstander in Mortal Kombat mét bloed. Maar het hoogtepunt van mijn 16-bit jeugd was ongetwijfeld Streets of Rage. Die moves! Die pompende technomuziek! Die coole blonde vechtgod met hoofdband en vuur uit zijn vuisten! Ik heb die games kapot gespeeld.

Ondertussen maakt Sega al lang geen consoles meer en is het genre van de sidescrollende beat’em-up een stille dood gestorven. Maar hoe ik verwonderd Streets of Rage speelde staat in mijn hersenen gebrand. En nu – 26 jaar later – zo maar eventjes beslissen om een vervolg te maken op een reeks die al 26 jaar in mijn hoofd – en wellicht ook in dat van vele anderen – het summum van videogames is? Gekkenwerk! Maar we moeten toegeven: wat hebben ze het met Streets of Rage 4 verdomd geweldig aangepakt.


Streets of WHAT?

Voor wie niet in de jaren ’90 opgroeide met een Mega Drive onder zijn tv en croissantvormige ABC-controller in de handen: Streets of Rage is een knokspel uit simpelere tijden. Je koos een van de vechtersbazen om vervolgens een bijzonder kleurrijk legertje schorriemorrie tegen de straatstenen te werken. Met kopstoten, bodyslams, flying kicks en een special attack die een stuk van je energiemeter vreet. Telkens acht korte levels met evenveel baasgevechten. Dat vertaalde zich in de praktijk vooral in keihard op de aanvalsknop drukken en af en toe in de lucht springen om vijandelijke aanvallen te ontwijken. En een kreet van opluchting slaken wanneer je levensmeter bijna leeg was en een geroosterde kalkoen power-up zag liggen. Het waren eenvoudigere tijden.

De drie studio’s die hieraan hebben samengewerkt pakken het perfect aan: de balans tussen nostalgie en vernieuwing is volgens mijn ongetwijfeld niet zo objectieve mening perfect. De old school formule is zo goed als overeind gebleven, maar steekt nu wel in een nieuw jasje. De slicke handgetekende visuals zijn fantastisch, net als de animaties van alle vechtersbazen.

De gitaarmeppende tiener Cherry is snel en klein, terwijl nieuwkomer Floyd (denk Jax uit Mortal Kombat gekweekt op steroïden) zijn metalen vuisten sloom doorheen elk smoelwerk mept. De afwisseling van oud en nieuw werkt aanstekelijk, waarbij het opvalt dat ook de oude bekenden met veel zorg de 21e eeuw zijn binnengebracht. Designers en animatoren hebben hier goed en lang bestudeerd wat werkt en wat niet. Al vinden we 26 jaar nu wel wat overdreven.

streets of rage 4

Leeuw uit je been

Het knokken zelf is een stuk beter geworden. De logge besturing van weleer is nu haast even vloeiend als dat van het betere vechtspel. De kicks, punches en speciale aanvallen waarbij de coole Adam bijvoorbeeld een leeuw uit zijn rechterbeen tovert gaan gemakkelijk over in elkaar waardoor je nu beter aanvallen kan combineren.

Er zijn ook heel wat nieuwe tweaks toegevoegd. Een loden pijp kan je nu tegen de smikkel van zo’n slidende punk gooien om die erna terug netjes op te vangen. En hetzelfde over te doen met rapper Donovan. Vijanden kunnen tegen de rand van het scherm botsen, waarna je je combo kan verderzetten. Leuke, veilige verfijningen, zonder al te ver buiten de lijntjes te kleuren. 

Het speelt bovendien allemaal fantastisch goed. Oké, de aanvalsknop kapot rammen werkt nog steeds, maar de makers hebben iets meer strategische afwisseling in de vijanden gestopt. De kickboxers blokken voortdurend waardoor je wel moet grappelen, agenten met elektroschilden pak je best snel en hard aan, terwijl baasgevechten doorgaans even lastig als complex zijn. Maar wel altijd bijzonder vermakelijk. De extra Boss Battle mode waarin je het enkel opneemt tegen bazen is een harde noot om te kraken, maar toont wel hoe goed de makers de ervaring van vroeger hebben vertaald naar nu.

streets of rage 4 review 5

Druk maar op repeat

Streets of Rage 4 is geen lange game. Net zoals zijn oude voorgangers speel je de verhaalmodus op een uurtje, maximaal twee uit. Maar dat vinden we absoluut geen probleem. Streets of Rage 4 is immers ontworpen om opnieuw te spelen. En opnieuw. En opnieuw. Eén keer om meppen uit te delen met de gepixeld retroheld die je net vrijspeelde. Nog een keer om alle geheime retrolevels te vinden (tip: geef zo’n arcadekast eens een stroomstoot). En nog eens gewoon met zijn twee samen op de sofa. Net als vroeger. Of tijdens deze lockdown online met vrienden. Om even bij te praten en ze na 26 jaar eindelijk te tonen hoe fucking cool Mega Drive games wel niet zijn.

Streets of Rage 4 mag dan een extreme laat aanbeland zijn, het is alles wat wij van dit soort sequel verlangen. De game zit tjokvol knipogen naar de ouwe games en films uit de vroege jaren ’90. Zonder te vervallen in het soort nostalgietrip dat je even opzet om even snel terug af te zetten. Deze blijf je gewoon opnieuw spelen. Al was het maar om die heerlijke soundtrack van Stage 9 opnieuw en opnieuw te beluisteren terwijl je baddies met een kopstoot uit een glazen lift werkt. Topgame!

8.9
  • wat een nostalgietrip
  • slicke nieuwe visuals en animaties
  • Axel blijft een oerheld
  • geweldige nieuwe soundtrack
  • minder geslaagd voor nieuwkomers

BESLUIT

Niet alleen een uitermate geslaagd eerbetoon aan een gameklassieker, maar ook nog eens een dijk van een game. Lekker vermakelijk ouderwets baddies in elkaar meppen. Wie het origineel speelde, moet deze gewoon downloaden. NU!

Een reactie achterlaten