fbpx

Death Stranding is een unieke, maar eigenzinnige trip

Dat Death Stranding voor verdeling zou zorgen, was te voorspellen. Drie jaar lang hulde Hideo Kojima zijn project in mysterie. Met opzet, want de bedenker van de onsterfelijke Metal Gear Solid-reeks, wil naar eigen zeggen de wetten van videogames herschrijven. Liever geen banale game waar de speler weet wat hij kan verwachten, maar een ervaring waarbij hij zelf moet uitdokteren hoe de wereld precies in elkaar zit. En da’s exact wat Death Stranding geworden is. Een unieke ervaring die je dankzij zijn meesterlijk verhaal en wonderbaarlijk scifi-universum niet loslaat, maar die tegelijk erg veeleisend is voor de speler en daarom niet voor iedereen weggelegd.


United Cities of America

Het eerste uur van Death Stranding kunnen we niet anders omschrijven als fenomenaal. Met een cinematografie waar menig Hollywoodregisseur een voorbeeld aan mag nemen. Jij maakt kennis met Sam Porter Bridges die als koerier de barre en dodelijke post-apocalyptische buitenwereld trotseert. Amerika is na een catastrofe verbrokkeld en wat overschiet van de bevolking woont verspreid in hightech bunkers en terminals onder de grond. Als redder van de VS moet jij de geïsoleerde gemeenschappen zien te verbinden en zo Amerika van oost naar west herenigen. En als het even kan je zus redden uit de klauwen van een terroristische organisatie.

Na die fenomenale start vol suspense die veel weg heeft van een Guillermo Del Toro film, schakelt Death Stranding het tempo echter op een bijzonder laag pitje. De komende tien uur is het ploeteren, uitdokteren hoe de bloedmooie, maar desolate wereld precies in elkaar zit en gaandeweg vooral veel kilometers stappen. Want de VS redden doe je in de praktijk vooral door goederen op je rug te binden, ze door wind en weer mee te zeulen en met akkoord van de eindbestemmeling, diens bunker terug op de online kaart te zetten.

De missies (of het nu hoofd- of zijmissies zijn) hebben steeds dezelfde opzet: ga naar punt A, pik goederen op en probeer die zo snel en goed mogelijk naar punt B te brengen. De omgeving is hierbij jouw grootste vijand: de regen doet alles in een sneltempo verouderen, dus gaat je lading gradueel kapot. Het bijzonder grillige landschap trotseren met een stapel metalen koffers op je lijf, het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bergen, steile hellingen, kloven en rivieren: je moet constant de gemakkelijkste weg uitdokteren en Sams evenwicht bijsturen wanneer je zwaarbeladen bent. Death Stranding heeft zijn naam walking simulator duidelijk verdiend.

Sterke stealth

Maar Death Stranding is veel meer dan dat. Mondjesmaat ontvangt Sam blauwdrukken van items die hij kan laten printen in één van de chiral bunkers. Van exoskeletten en ziplines tot bikes en trucks: ze maken het overwinnen van je omgeving er minder moeizaam op, maar nooit echt gemakkelijk. Zo zijn er steevast groepen rovers die je lading willen pikken en in grote getale opdagen wanneer je een van hun sensors hebt getriggerd. Waarna het knokken of rennen is. Erg ingewikkeld is het vechtsysteem echter niet: snel en hard genoeg op de mep-knop drukken en Sam haalt het gemakkelijk van elke numerieke overmacht.

Het zijn eerder de BT’s – zwarte wezens die uit een parallel universum tevoorschijn komen – die je tot het betere sluipwerk dwingen. Je schouderradar – aangestuurd door de baby op je buik – verraadt hun posities en gaat steeds harder klepperen wanneer ze dichterbij komen. Tussen zo’n groep BT’s sluipen, je adem inhouden wanneer er eentje te dichtbij komt en proberen te ontsnappen aan de grijpende oliemonsters wanneer je gespot bent: de stealth gameplay in Death Stranding is superintens en meteen het beste aspect van de game. Vooral wanneer je eindelijk je eerste bloedgranaat te pakken krijgt en je de monsters ook te lijf kan. Al moet je daar wel verdomd lang op wachten.

Werken verdomme!

En da’s nu net het grootste probleem van Death Stranding. Dé reden waarom we – ondanks Kojima’s lef om zo’n originele game in de markt te zetten – geen hogere score geven. Hoe hoog de productiewaarden ook zijn, hoe cool Kojima dit scifi-universum heeft bedacht en hoe aangrijpend en actueel het verhaal ook is, het vraagt gewoon te veel van de gemiddelde speler. Je moet al gemakkelijk zo’n 12 uur ploeteren en sakkeren vooraleer je de eerste bossfight (en je eerste wapen) voor de voeten geworpen krijgt. Het verhaal komt pas op dreef na zo’n dikke 20 uur, dat terwijl de aard van de missies steevast dezelfde blijft: leveren tot je erbij neervalt. Wie ooit Red Dead Redemption 2 opzij schoof wegens te sloom, zal het midden van Death Stranding nooit halen.

Dat is grotendeels ook te wijten aan de onconventionele en bij momenten tijdrovende gameplay mechanics. Death Stranding dwingt je constant tot inventory management. Elk item, elk wapen, elk onderdeel van zijn uitrusting draagt Sam op zijn lichaam en moet jij constant managen via een veel te omslachtig menusysteem. Wanneer je eindelijk je eerste echte rifle in handen krijgt (reken zo’n 20 uur ver in de game), straft de game je af wanneer je die effectief wil gebruiken. En gevloekt hebben we toen we weer maar eens onze trike vastreden tussen de rotsen en te voet verder moesten zwalpen met een metershoge stapel op de rug. Of toen we moesten omrijden en vervolgens temidden de woestenij strandden omdat de batterij van onze zwaarbeladen truck plots leeg was. En we geen item bijhadden om een oplaadpaal te bouwen. Eerst eens flink schreeuwen, om erna de autosave te herladen en de missie te herstarten.

Op die momenten voelt Death Stranding echt als werken aan. Ploeteren om pakketten hoogtechnologisch ondergoed te leveren aan een futuristische pakhuis. Waar een hologram tevoorschijn komt en je bedankt met enkele likes. En je vervolgens een pizza (nee, geen grap) naar een geïsoleerde kunstenaar moet brengen. Het leven van een koerier kan best eentonig zijn – vooral in het begin. En geloof ons, da’s niet voor iedereen weggelegd. Kojima mikt dan ook op spelers die tijd en moeite willen investeren in zijn game. Volhouders die willen ontdekken hoe de wereld in elkaar zit en daardoor genoeg geduld willen uitoefenen om de slome ontgrendeling van gameplayelementen te verdragen.

Into Oblivion

Wie gemakkelijk verteerbaar vertier wil, is dus bij Death Stranding aan het verkeerde adres. Maar wie na het lezen van deze review niet afgeschrikt is, krijgt een absoluut unieke ervaring. Hoe langer je Death Stranding speelt, hoe meer het onder je huid kruipt. Hoe meer het universum begint te kloppen en je getriggered wordt door de nieuwe ontwikkelingen. Vanaf het midden van de game speel je voortdurend nieuwe gear vrij, waardoor je beter gewapend bent tegen je omgeving.  En dan toont Death Stranding eindelijk zijn echte kracht op gameplayvlak.

Hou je vol, dan zullen enkele momenten je steevast bijblijven. En niet enkel die typische quirky Kojima stuff zoals een krijsende baby in slaap moeten wiegen terwijl je een loopgravenoorlog anno 1914 aan het uitvechten bent. Death Stranding is een pak emotioneler. Wanneer je eenzaam door de bloedmooie setting reist bijvoorbeeld, jouw eindbestemming na een helse calvarietocht eindelijk opduikt en uit het niets een indiesong begint te spelen. Wij werden er haast week van. Kojima weet perfect dat gevoel van eenzaamheid en desolaatheid uit films zoals Oblivion en The Martian naar zijn game te brengen. En hoe harder je nadenkt over de symboliek, hoe meer dit plaatje klopt. Op die momenten schittert Kojima’s genialiteit helemaal door. Al moet je er wel de moeite voor kunnen opbrengen.

8.5
  • supervet universum
  • immense productiewaarden
  • sterk acteerwerk
  • geslaagde stealth
  • bijzonder laag tempo
  • niet voor iedereen
  • veel geploeter en management

BESLUIT

Death Stranding is best een geniale game, maar niet bestemd voor iedereen. Daarvoor is het te eigenzinnig en vraagt het te veel geduld van de speler. Volhouders krijgen echter een unieke ervaring die ze niet snel zullen vergeten.

REACTIES (1)

  1. Baron-Shadow

    Leuke review, moet zeggen ben nu paar uur in de game en vind het zeker een zeer aparte game.
    De filmpjes zijn echt top alsof je echt een film zit te kijken en spel ziet er ook vet uit.
    Het lopen is af en toe zeker frustrerend maar goed wacht even hoe het met voertuigen is.
    Mapping had ook wel wat handiger gekund maar misschienn ook wennen.
    Voorlopig ben ik blij met de aankoop en gaan wel zien hoe het verder loopt
    Die foto lijkt wel een mix tussen death stranding en horizon Zero Dawn heb deze nog niet gezien behalve dan met Aloy ☺️

Een reactie achterlaten